en toen kwamen ze me van huis halen, en nu zit ik al een half jaar in het huis van bewaring te wachten om weer in een inrichting te worden opgenomen. Zodra er plaats is, zeggen ze, maar er zijn zo veel kandidaten. Zie je die tuinder daar lopen, heen en weer, heen en weer, net een beest in een kooi? Hij vlucht elke keer opnieuw, en is al aan zijn god-weet-hoeveelste jaar t.b.r. bezig. Van t.b.r. kom je nooit meer af. Er was hier een havenarbeider, die zat al een jaar op heropneming te wachten, heb je er niet van gehoord, die jongen die zelfmoord wilde plegen? Toen was er plotseling plaats in een inrichting. Nee, gek was die knaap niet, maar zijn jatten zaten te los aan zijn lijf, hij was wel tien keer veroordeeld, en dan wordt het de heren te lastig en zeggen ze dat er een stekie aan je los zit. T.b.r., dan zijn ze van je af. Eén officier van justitie beweert dat het een ziekte is als je steelt, en daar zit misschien wel wat in, want wie is nou zo gek om zich terwille van een paar centen van de buitenwereld te vervreemden en zijn kinderen te laten uitschelden dat hun vader een dief is? Maar dan moeten ze je ook echt helpen, en geen smoesies gebruiken. Dat is helemaal hun bedoeling niet. Ze willen zichzelf beschermen, anders niet, hun eigen centen, en helemaal ongelijk kan ik ze niet geven, iedereen komt voor zichzelf op, alleen wij zijn de zwaksten, dat is de makke. Pas als je iets heel ergs hebt uitgespookt, een moord gepleegd bij voorbeeld, wordt er werkelijk aan je gedokterd, zelfs dan laten ze je toch ook eerst jarenlang gewoon in de cel zitten, alsof je daar beter van wordt.'
87