noemen ze het schuldheling, wat nog erger moet zijn dan heling, beweert mijn advocaat. Het was toch geld dat me toekwam? Kan ik ruiken, waar het vandaan komt? Ze zeggen toch dat geld niet stinkt? En nou dit erbij, mijn wijf, mijn advocaat zegt ook al...'
Niemand luisterde meer naar zijn jammerklachten.
Een sproetige man met rose haar en witte wenkbrauwen, pakte Jules bij een punt van zijn kraag, trok hem naar zich toe en smeekte: 'Luister ook eens naar mij. Ik heb het ergste van alles, ik heb t.b.r., ik ben ter beschikking gesteld van de regering, en daar kom je nooit meer af. Ik ben boekhouder en had met de boeken geknoeid. Dat is waar, en ik heb het niet ontkend, maar ik deug niet voor dat vak, de cijfers gaan voor mijn ogen dansen, en dan kan het me niets meer schelen, net of het geen geld is, alleen maar domme getallen. De eerste keer kreeg ik een voorwaardelijke straf. Toen gebeurde het opnieuw, en weer kreeg ik er voorwaardelijk bij, maar ik mocht geen boekhouder meer worden, anders werd de straf omgezet in t.b.r. Wist ik veel, en het was trouwens het enige baantje dat ik weer kon krijgen, wat moet je anders als je daarvoor bent opgeleid? En zo werd ik ter beschikking gesteld. In de inrichting zei de psychiater tegen me, dat hij als enige zenuwarts tussen tweehonderd patiënten onmogelijk wist hoe hij ze kon behandelen, waarop hij me de verzekering gaf dat ik na twee jaar zou worden ontslagen als ik me goed gedroeg. Maar mijn vrouw...' zuchtte de man, 'mijn vrouw, als ik niet naar huis was gevlucht om met haar te praten, was ons huwelijk naar de bliksem gegaan,
86