3 De dreiging
'Wie zijn hersens niet gebruikt, moet zijn voeten gebruiken,' riep Dirkje, buiten adem van het hollen, en plofte op een stoel naast zijn bed neer. 'Heb ik me effe moeten afjakkeren. Vergeet ik eerst mijn fiets-sleuteltje, ren ik naar de bus, mijn portemonnee niet bij me, geen bloemetje kon ik voor je kopen. Vind je niet erg hè? Volgende keer. Hou je van me te goed. Hier, een beetje parfum van me op je pyjamajasje. Wil je dat niet? Stinkt het? Mannen weten niet wat lekker ruikt. Ik zweet ervan, mag ik natuurlijk niet zeggen, niet fatsoenlijk, ik transpireer ervan,' en om dit te onderstrepen haalde ze een zakdoekje uit haar tasje en veegde er haar gezicht mee af. 'Een verrassing hè, dat ik gekomen ben, had je niet verwacht. Weet je, ik had vandaag een snipperdag en dacht, kom, laat ik eens bij Jules op bezoek gaan, en heb meteen Jeltje gebeld. Nou, eerst wou ze het niet, dat het te druk voor je was. "En jij dan?" vroeg ik. Daar wist ze niets op te zeggen, en toen heb ik haar aan het verstand gebracht dat een man heus wel eens een ander gezicht wil zien dan dat van zijn vrouw, hij kan ze niet allemaal haten om één, en trouwens, zij kan vanavond en dat heb ik haar onder haar neus gehouden, en ook dat jij er best behoefte aan zult voelen om weer eens met een collega te praten, kan ik vertellen
44