len. Meegesleurd door de stroom zwommen zij langs hem zonder hem zelfs te zien, en trots ontdekte hij dat Jeltje niet in het minst beangst was geweest en rustig haar eigen weg ging. Hij vroeg zich af wat de droom kon betekenen, probeerde zich alle details voor de geest te halen als stukjes glas in een caleidoscoop; als je er even aan draaide veranderde het beeld volkomen. Hij was gered. Hij voer op een statige, oudhollandse driemaster, met knotsen van zeilen en een dek waarop je kon verdwalen. Terwijl hij op het enorme schip rondwandelde legde het aan in Schotland, waar de mensen een taaltje spraken dat op Nederlands leek en dat hij toch niet kon verstaan. De Schotten krioelden door een straat, met huizen van hout, net als het Tsaar Peterhuisje in Zaandam. Daar hadden hij en Jeltje hun naam in een dik boek geschreven, bij die van beroemde mensen. Op school had de meester verteld dat Tsaar Peter bij een andere Rus een kies had getrokken met een nijptang. Nu kreeg die nijptang de vorm van een jeneverkruik. Toen hij er goed naar keek zag hij er wieken aan als op een molen, ervoor een groot bord, en dadelijk begreep hij dat hij moest vluchten. Retiro, retired, retirade, in flarden vlogen de letters woorden vormend als een vlucht pelikanen langs zijn ogen. Om zich heen kijkend of niemand hem had opgemerkt, holde hij een station binnen. Zijn maag knorde als een varken, als-ie het niet voerde zouden anderen het vast en zeker horen en denken dat hij een buikspreker was, wat-ie wel eens had geprobeerd, heel lang geleden, totdat zijn vader vroeg wat hij deed, en als hij het ver-
16