'Hoe weet u dat?'
'Van mijn man.'
'Een reden te meer om niet zoveel lawaai te maken. Al die spanningen zijn niet goed voor hartpatiënten. U moet eens leren wat meer rekening met uw medemensen te houden. Wat zegt u? Hadden we die man dan op een andere zaal moeten leggen?'
'Of mijn man.'
'U mag blij zijn dat we hem zo gauw hebben opgenomen. Bij al dat tekort aan bedden. En nog wel derde klas.'
'Ik bedoel maar,' antwoordde Jeltje schuchter.
'U bedoelt maar... maakt u hier soms de gang van zaken uit?'
Schuw keek Jeltje de hoofdzuster aan. Zij had toch niets misdaan door voor Jules op te komen? Er werden heus wel fouten gemaakt in een ziekenhuis. Dat wist ze zelf, sinds ze voor haar blindedarm was geopereerd. De oude vrouw naast haar had de pen voor kunstmatige voeding uit haar arm getrokken, 's Nachts. Ze had wel een uur lang gebeld, en steeds was dat loeder niet komen kijken, lekker slapen, dat wel... Maar nu zou ze zulke dingen niet toestaan, al moest ze op haar kop...
Het hoofd keurde Jeltje geen blik meer waardig, en instrueerde kortaf de verpleegster: 'Maak het vlug even in orde,' om daarop gehaast te vertrekken.
'Die zusters,' mopperde Jeltje nog na, toen alles was verholpen, maar Jules fluisterde dat er ook goeie bij waren, en dacht aan zuster Wietske, die steeds naar hem toekwam als ze even vrij was, om met hem
19