'Waarom dan niet meteen?' vroeg Jeltje dringend, 'straks is hij er weer niet.'
De personeelschef nam gejaagd de hoorn van de telefoon, draaide driemaal 4 en zei: 'Dokter Visioen? Ja, met Van Nijenrode. Wilt u er rekening mee houden dat, wat er verder ook met Meijers moet gebeuren, il faut aider ce vieux salaud.'
Toen Jules zich slaperig in het ziekenhuisbed uitstrekte, stootte hij met een teen tegen het ijzeren onderschot dat weer was aangebracht op last van de hoofdzuster. Hij betastte zijn voet met een pijnlijke trek op zijn gezicht, vroeg zich af waar Jeltje was, herinnerde zich dat hij in het ziekenhuis lag en straks ontslagen zou worden. Zijn polshorloge tegen een oor om zeker te zijn dat het niet stil was blijven staan keek hij nog eens: half vijf. Hij kneep zijn ogen dicht en dacht aan de zusters die hij nooit meer zou zien. Er waren er bij op wie je zo verliefd zou worden. Eens verwekte hij in zijn dromen bij alle vrouwen een kind, bedacht een apparaat dat zijn miljoenen zaadcellen in evenveel vrouwenbuiken zou doen belanden.
Hij zuchtte. Zijn jeugd was al tientallen jaren voorbij. Pas als het te laat was, ontdekte je dat ouderdom met gebreken komt. Hoestend als een longpatiënt had hij zich voorgenomen om na de operatie het roken te staken. Spijt had hij van elke sigaret die hij in zijn leven had gerookt. Eerst een vriend aan longkanker zien sterven, een man alleen, die hij elke dag had bezocht. Toen de diagnose werd gesteld, was hij
165