hoofd schudde zij haar golvende roodbruine haar achterover en keek Kurt aan, terwijl zij haar grijsblauwe ogen half toekneep.
Het ogenblik was aangebroken waarop zij zich aan Sander zouden vastklampen. Steeds wanneer de les ten einde liep en hij wilde vertrekken, overvielen zij hem met vragen.
'Karei moet doch begrijpen dat het voor zijn eige-nes bestwil is,' waren Kurts eerste woorden.'Steil dir vor, wir können bald gar kein Essen mehr kriegen, dann sind wir froh dass es bei uns noch etwas gibt.'
Sander mompelde iets onverstaanbaars. Hij voelde zich tussen twee vuren, zoals hij als kind ook met iedereen bevriend wilde blijven, als ze maar geen ruzie maakten, als ze hem er maar niet bij betrokken, als hij maar mocht blijven meedoen, met alle twee de partijen, als ze hem maar niet uitscholden. Hij voelde zich laf dat hij het niet voor oom Karei opnam. Een horlogemaker tegenover een rmljonair, hij stond toch altijd aan de kant van de horlogemakers, beweerde hij, waarom zweeg hij dan?
Verlegen zei hij:'Ik moet nu naar huis. Het is door het luchtalarm onderweg toch al veel later geworden. Lies zal niet begrijpen waar ik blijf.1־ Hij wilde opstaan.
Kurt legde een hand op zijn arm:' Weet je, meine Sekwester hebben ze gepakt. Ze is als strafgeval naar Ravensbrück gestuurd
Kurt kreeg tranen in zijn ogen toen hij het vertelde, en Sander voelde zich ineens heel verdrietig. De simpele mededeling van Kurt had hem meer geschokt
137