'Hoezo?' zei Jules zacht. 'Al het kwaad dat ze ons aan konden doen hebben we al achter de rug. Wat dat betreft hoeft niemand de joden meer iets te leren. Schamen? Ik spreek er nooit over, omdat anderen dan meteen beginnen met hun verhalen, en ze sleuren je er weer in terug. Of we al geen pijn genoeg hebben geleden. Het beste is maar te vergeten, tenminste als je verder wilt in het leven, en er zit niet anders op. Zodra je gaat prakkezeren over de vraag wat het allemaal voor zin heeft gehad, word je er stapelmesjogge van.'
Weissman keek Jules aandachtig aan.
'Ik dacht dat ik je ergens van kende,' zei hij, 'waar werk je? Wat zeg je? Nooit van gehoord. Dan vergis ik me zeker. Ik zit in de handel. Heb je een beetje mazzel, dan verdien je in één dag meer dan in een hele maand bij een baas. Ja, ik heb goed mijn brood. Zó een kerel was ik, nog kort geleden. Hier heb je een foto van me. Ik moest naar Amerika voor zaken.'
Hij liep terug naar zijn kastje, om er zijn portefeuille uit te pakken.
'Het liefst was ik op reis. Wat had het leven nog voor zin in Mokum? Al mijn vrienden en familie naar de rasjmodei. Vroeger, op vrijdagavond, gezellig, ging je een kaartje leggen. En nou? Je loopt maar wat rond. Ik ben zelf gemengd getrouwd en mijn vrouw is een gesjiewes van een mens, en toch, bij de gojem vind je de warmte niet die je bij ons soort mensen kon vinden. Hun meubeltjes moeten glimmen, er moet een vouw in hun broek zitten, hun mooie televisie, anders weten ze niet. Of het leven alléén uit uiterlijke
120