werk gebeurt, hè? Van haar telefoontje met de Gil-devoorzitter. Hij heeft haar van alles beloofd. Je kent Dirkje. Eén complimentje, en je kan met haar doen wat jé wilt. Dan gelooft ze elk woord dat je haar wijsmaakt.'
'Is het dan niet waar?' vroeg Jules lichtelijk verbaasd.
'Wat is waar en wat is niet waar? Toen zij de Gildevoorzitter had opgebeld dacht ik: Gerrit, wat ben je toch een kakker. Op mijn beurt telefoneerde ik hem. Eerst kwam zijn secretaresse. Toen ik bleef aandringen, kwam hij tenslotte zelf aan de lijn, verontschuldigde zich dat hij hees was, hij kon niet praten, piepte hij. Net een geroest hek dat openging. Nauwelijks te verstaan. Toen heb ik maar weer opgelegd. Al die flauwekul. Waar maakt een mens zich te sappel voor.'
Een loodzware vermoeidheid overviel Jules. Hij wou niet onbeleefd zijn, en luisterde verder. Ze kletsten alleen over hun eigen narigheid. Mij gaat het toch ook aan? stelde hij wrang vast, en hij worstelde tussen zijn verlangen om in te slapen en zijn nieuwsgierigheid, wat hem doodop maakte.
Na enkele minuten verbrak Gerrit de weldadige stilte: 'Weet je dat ik heb gesolliciteerd?'
Jules knikte.
'Bij het Schoolmeestersgilde. Als correspondent. Ben ik vroeger ook eens geweest, bij een advocaat. Je had de man moeten zien die me moest aannemen. Je gelooft het niet. Een goor gezicht met puistjes, daar ben ik een schoonheid bij. Alles wilde hij van me we
105