al een secretaressebaantje in Arnhem. Voor Louis was er misschien iets op de computeraf deling. Voor Gerrit lag er een kansje bij het Schoolmeestersgilde. En nou zal je lachen, als je beter bent moet je bij de gemeente solliciteren, hij zal een goed woordje voor je doen.'
'Voor mij?' vroeg Jules ongelovig. 'Weet je dat ik al vijftig ben geweest? Ze zien me aankomen.'
'Trouwens, waar maak jij je druk om,' antwoordde Dirkje met een onverwachte gedachtensprong. 'Jij hebt Jeltje. Dan kom je er altijd.'
Bij het binnenkomen keek Gerrit zoekend langs de bedden, wilde zich omdraaien om de zaal weer te verlaten, vroeg aan een zuster of zij wist waar meneer Meijers lag, en herkende met blijde verbazing de gezochte patiënt.
'Zo, lijntrekker,' zei hij opgewekt tegen Jules, 'jij lekker in je bedje stinken, en ons laten zwoegen en zweten. Laat ik je eerst deze edelmoedige bijdrage tot herstel van je gezondheid overhandigen.' Met een onhandig gebaar legde hij een enorme zak sinaasappelen op het kastje naast het bed. Hij tuurde een ogenblik op een briefje, en vroeg verbaasd: 'Is Dirkje hier ook geweest? Ze heeft haar zakagenda bij je laten liggen. Jij wordt maar verwend door de vrouwen. Als Jeltje er niet is, komt Dirkje je vertroetelen, mooie meneer. Ze moeten hier nummertjes afgeven...'
Gelaten hoorde Jules hem aan. Hij voelde zich te moe voor een gesprek.
'Dan heeft ze je zeker ook verteld wat er op het
104