Met moeite trok Jules zijn loodzware oogleden omhoog en zag in een waas Jeltje naast zijn bed zitten. Hij wilde haar in zich opnemen, spande zijn ogen zoals je een verrekijker bijstelt om het beeld te verscherpen. Zij hield haar hoofd scheef en keek aandachtig naar hem met haar grote, blauwe ogen, vochtig van ontroering, een vinger tegen een wang gedrukt als wilde zij steun zoeken, haar lippen half geopend klaar om op elke vraag te antwoorden die Jules haar kon stellen en bereid zijn woorden als een lekkernij na te proeven. Een springende, grijsblonde haarlok viel langs haar voorhoofd, waartegen het ovaal van haar gezicht scherp afstak. Zij had haar zwarte, ribfluwelen broekpak aan, zoals op verjaardagen of de keren dat zij uitgingen, en verwonderd vroeg Jules zich af wat voor feest het kon zijn.
'Mijn liefste,' fluisterde zij en kuste Jules voorzichtig op de rug van een hand, hoog over hem heengebogen om hem verder niet aan te raken. Hij zou zich immers kunnen bezeren, gekluisterd als hij lag aan een in zijn bovenarm gestoken pen die vocht toevoerde uit een van de vier boven zijn hoofd aan een standaard hangende flessen, en een rubber slang in de buurt van zijn navel die als een navelstreng aan zijn buik zwengelde, waaruit een bloederige vochtaf-scheiding omlaag druppelde naar een ronde glazen pot onder zijn bed.
Toen hij Jeltje's warme, strelende lippen voelde, schuurde een wratje langs zijn hand. Hij glimlachte en dacht: 'Ik moet het haar toch zeggen. Waarom laat ze het niet weghalen?' maar zijn inval vervaagde
10