droomde ineens van de jacht, een hollend konijntje, een hert in het kreupelhout, wellicht een wild zwijn, wie zal het weten waar een beest van droomt, wij vergeten het zelfs vaak, wij mensen. Waardoor onderscheidt een mens zich van een dier, Willy?'
'Door zijn harses meester.'
'Bijna. Een hond heeft ook hersens, al heeft een mens er veel meer, omdat hij kan...?'
1Denken.'
'Denken. Goed. Een hond heeft meer intuïtie, en daar kom je een heel eind mee. Ineens werd het beest onrustig zonder te weten waarom. Het rukte zich los uit zijn slaap, en wat zag het? Een giftige slang, die ongemerkt de zaal was binnengeschoven en nu zijn kop oprichtte tot boven de wieg, zijn kaken opensperde zoals de kop van een nijptang opengaat en met zijn trillende tong de hals van de baby zocht om er zijn giftanden in te kunnen zetten. De hond zag het gevaar en aarzelde geen ogenblik, sprong het verschrikkelijke reptiel naar de keel en beet het de kop af, zo hevig, zo radicaal dat het slangebloed rondspatte, want al is een slang koudbloedig als een kikker..., of is dat niet zo, Jan?'
'Jawel meester.'
'Waarom dan?'
'Een reptiel meester.'
'Waar was ik ook weer? De herdershond beet de slang de kop af. Overal bloed. Op het wiegje, op de dekentjes, zelfs op het gezicht van de baby. En wat gebeurde er toen? Juist op het ogenblik dat de hond omlaag viel na de dodelijke beet te hebben toegebracht, kwamen de ridder en zijn gemalin de kamer binnen, terug van hun korte reis. Verschrikt zag de edelman de bloedvlekken op het gelaat van zijn kindje, de jonk
90