AJC'ERS, POTJE LIKKEN
De scherpe, bitterzoete geur van kamferspiritus, waar moeder haar winterhanden mee insmeert, maakt me wee, en woedend duw ik de hand weg waarmee ze me over mijn hoofd wil aaien. Dat mens weet het altijd beter. Poffen bij de ajc, alsof dat kan. Met het Paaskamp meegaan zonder te betalen...
'Het is niet waar dat wij niet besjollemen', werpt moeder tegen. 'Ze kunnen toch wel een of twee weken geduld hebben? Wij moeten zo vaak op het geld van onze klanten wachten.'
Alsof dat hetzelfde is, schoenen maken en met de ajc meegaan. 'U snapt er niets van', snauw ik, en trek mijn schouders op. Zij hoeft het heus niet meer te proberen, maar als gewoonlijk geeft ze het niet op tegen mijn verzet.
'Het is voor je eigen bestwil. Toe nou, luister nou naar me. Het zal goed voor je zijn er eens uit te wezen. Je hebt het op de hbs al zo druk nu je gauw naar de derde klas gaat. Je ziet het aan Saartje. Had die maar wat meer rust genomen, dan was ze niet ziek geworden.'
'Hoeveel is het?' vraagt vader, die van zijn werkplaats is gekomen.
'Viereneenhalve gulden.'
'Voor die twee dagen?'
'Drie. We gaan zaterdagmiddag al weg. En de trein is er ook bij inbegrepen.'
'Ze kunnen er anders mee terecht', antwoordt hij,
114