'Draag jij van die gekke schoenen?' snauwt ze tegen mij. Ze moet zich schamen. 'Kijk eens', antwoord ik haar, 'kijk de mijne dan eens, vind je die zo mooi?' En ik til mijn rechtervoet op.
'Hou jij je erbuiten', kapt vader mij af.
Het is nooit goed of het deugt niet.
'Bekijk ze nog eens', zegt vader hoopvol en houdt Saartje een schoen voor ogen. Een bruine molière, met half hoge hakken en gaatjes om veters door te rijgen.
'Een ouwe-opoe-schoen', vindt Saartje.
'Je weet niet waar je het over hebt', vermaant vader. 'Ben jij schoenmaker of ben ik het? Kijk eens, een echte handgenaaide zool. En wat een prachtige boxcalf. Zulke schoenen zijn heel duur, voor rijke lui. Een mazzeltje dat ze in de uitverkoop liggen.'
'Een mazzeltje...', schampert Saartje, en nu spring ik erbovenop.
'Ja, een mazzeltje, stomme meid. Zie je dat dan niet? Vader weet het heus wel beter.'
Ze begint te janken. 'Akelige jongen', snikt ze, 'zoet zijn voor pappie, hè? Wat kan het jou schelen als ik met die gekke schoenen moet lopen?'
Dat is een chotspe. Denkt ze misschien dat ik het haar misgun? Alleen maar omdat ik toevallig schoenen aan heb die een klant niet heeft afgehaald?
Het is wel rottig dat ze huilt. En als vader naar Mel-hado loopt, om nog een gulden op de prijs af te pingelen, zeg ik tegen Saartje:
'Hij doet het voor jou, voor de hbs , dat je er deftig uitziet.'
'Truttenschoenen zijn het', antwoordt Saartje. Dat zou ze nooit gedurfd hebben als vader erbij had gestaan . Ik herhaal het niet, want hij komt er al weer aan, tevreden, omdat hij die piek eraf heeft gekregen.
105