slecht geweest. Nu, tegen Pasen, moesten de eerste blaadjes nog aan de takken komen, 's Morgens om 8 uur met bus B naar de stad, 's middags niet voor 5 uur thuis, zo kon het toch ook niet anders of je werd ziek? Wie zou het zo niet te pakken krijgen?
Misschien zou het beter zijn een weekje thuis te blijven, met je neus onder de wol, om eens helemaal goed uit te sjwitzen. Dat had de dokter eens gezegd: vier dagen in bed, dan is het over; anders duurt het wel drie weken voordat je uitgehoest bent.
Vier dagen in bed, bijna een week, hij had makkelijk praten. Als je van de zomer eindexamen moet afleggen kijk je wel uit om thuis te blijven. En drie weken hoesten deden we allemaal wel eens. Het gekke was echter dat die drie weken allang om waren. Daar maakt een mens zich zorg om, dat kon ik heus wel aan vader en moeder merken. En nu zong vader, terwijl hij van zijn schoenmakerswerkplaats naar beneden kwam omdat we gingen eten.
De matzes waren gebracht, vijf grote, ronde dozen, voor elk van ons één. Het was een wonder dat ze todh waren gekomen, want vader had schuld bij de chèwere, het joodse begrafenisfonds dat ook voor de matzes zorgde.
Vijf grote dozen, die kwamen nooit op.
We hadden een pond roomboter van oom
100