Aaron gekregen. Ze smaakte een beetje ranzig, omdat tante de boter in een grote pot bewaarde. Een groot stuk kaas hadden ze ook gestuurd.
Voorzichtig brak ik een matze in tweeën. Op de ene helft strooide ik een bergje bruine suiker; van de andere helft brak ik steeds een stuk af, doopte het in de lauwe koffie en smeerde het langs de zoete brij.
Zelfs als je niet veel trek had, kreeg je er honger van. Ook voor kwaje kelen was het goed. Vader had eens verteld van een vrouw op de Jodenhoek die dadels verkocht, en altijd riep: 'Dalen zijn gezond voor elke mond en kwaje kelen.' Vooral Saartje moest er van esjen. Gelukkig maakte de bruine suiker het los bij je van binnen, dat had ik zelf gemerkt.
101