zij met slobkousen lopen, hebben ze daar hun reden voor.'
Daar moest ik even over nadenken. Vader beweerde ook altijd dat goedkoop duurkoop was, dat als je tweemaal zoveel voor een paar schoenen betaalde, je er wel vier keer zoveel plezier aan had. Dat een sjlemiel meestal slechter af was.
Nu bemoeide Maurits zich er ook mee. 'Saartje zei toch dat wij geen rijke mensen zijn,' wierp hij aarzelend tegen. Terwijl hij naar die lappen keek, verscheen een spottende trek om zijn mond.
'Zijn wij misschien minder?' werd vader fel. 'Mogen we er soms niet van profiteren als we zo iets aangeboden krijgen? Van Kogel, nog wel. Die meent het heel goed met ons. Hem ken ik nog van vroeger, uit mijn zakentijd. Als ik nu leer bij hem koop of fournituren, is hij me heel goed gezind en geeft hij me vaak een bezolletje. Weet je dat hij zelfs gespecialiseerd is voor gevoelige voeten? Aparte binnenzolen verkoopt hij daarvoor, die helemaal uit Engeland komen. Van hem heb ik de slobkousen cadeau gekregen.'
Het was waar dat vader wel eens meer wat cadeau kreeg. Gummihakken van een ongeregelde maat, een restantje boxcalf, of ouderwetse veters. Pas nog had hij een hele doos schoenhaakjes voor noppes gekregen. Hij gebruikte al die rotzooi voor prutskarweitjes, en soms ver-
95