Saartje gebakken botje

soms christelijk, en valt er iets op aan te merken? Doodgoeie mensen.'

Dat was waar, wat vader zei. Bij Van Waayen kreeg ik de grootste fooitjes, en ze hadden me zelfs een oliebol gegeven terwijl ze toch heel erg kerks waren.

'Zo bedoel ik het niet,' suste moeder. 'Ik bedoel dat ze gewoonweg een bord voor hun kop hebben. Neem nou de dokter.'

'Wat heeft die ermee te maken?' vroeg vader verbaasd.

'Dat is toch ook een domme man.'

Nu schrok ik. Hoe kon een dokter nou een domme man zijn, als hij zoveel had gestudeerd. Moeder kon niet eens zonder fouten schrijven. Hoe wist zij dan of iemand niet goochem was?

'Heb jij soms zoveel vertrouwen in hem? Je gelooft zelf dat hij Saartje niet goed heeft onderzocht.'

Had vader dat gezegd? Volgens hem wist de dokter niet een juiste diagnose te stellen.

Vader wilde er niet meer over praten.

'Waarom moet je Saartje ongerust maken?' antwoordde vader, terwijl hij even zijn hoofd afwendde. 'Laten we hopen dat het hoesten niets om het lijf heeft. Ze is oververmoeid omdat ze in de groei is en dit jaar examen moet doen. Dat heeft met Kootje trouwens niks te maken.'

'Saartje toch ook niet,' viel moeder haastig in.

86