aan. Nooit zou Saartje meer over me klikken, omdat we nu samen iets uitspookten wat vader en moeder nooit te weten mochten komen.
Als eerste ontwaakte Saartje uit onze roes.
'Vlug,' riep ze opgewonden, 'straks komen ze thuis. We moeten het er uit vlakken.'
Maar tijdens het vlakken kreukelde het papier. We hadden zo heftig zitten krassen, dat de sporen onuitwisbaar bleven. Voorzichtig scheurden we de betekende bladzijden uit het grootboek en spoelden ze door de wc. Heel netjes, opdat vader het niet zou zien. Trouwens, hij keek nooit meer in het grootboek. Als hij het nu nog ooit opensloeg zou hij er geen erg in hebben dat er bladzijden ontbraken, tenzij hij op de nummering lette. Mocht hij vragen hoe het kwam dan zou het moeilijk zijn erom te jokken, maar dan nog zou hij niet te weten komen wat voor tekeningen het waren geweest.
Wij tweetjes zaten braaf te lezen, toen het klikken van de sleutel in de buitendeur de thuiskomst van vader, moeder en Maurits aankondigde, die naar de Aldebaranschool waren geweest, waar Maurits in Repelsteeltje had meegespeeld. Saartje had thee gezet en ik had de kopjes en de suikerpot uit de keuken gehaald. Ook hadden we afgewassen, de pannen zelfs, het naarste werk dat er bestond.
Maurits vertelde met een kleur op zijn wangen
50