pel bedoel je. Zulke grote sparappelen groeien alleen in de duinen van Schoorl.'
En daar bleef het niet bij. Trots liet ze haar blote voeten zien, die onder de schrammen zaten, alsof een kat er zijn nagels langs had gehaald. 'Opengehaald aan de braamstruiken,' zei ze voldaan.
Snel rolde ik mijn sportkousen omlaag om haar mijn eigen gehavende benen te laten zien.
'Maar bij jou zitten er geen doorntjes in,' overtroefde ze mij, en ze pulkte voorzichtig aan een zwart puntje dat in haar vel omhoog stak. 'Overal zitten ze, kijk, hier heb je er een, en daar...' Als vlooiepikken zaten ze royaal over haar armen en benen verspreid. Ze moest niet zo opscheppen.
'Wat zijn dat voor dingen?' informeerde ik.
'Van duindoorns. Die heb jij nooit gezien hè?'
Ineens herinnerde ik me weer dat ze geklikt had.
'Lelijke klikspaan die je bent...'
'Klikspaan?' Saartje's stem klonk heel verbaasd. 'Wat heb ik dan geklikt?'
Als ik zou zeggen: 'Van het roken,' dan wisten ze meteen zeker dat ik echt gerookt had, en nu was vader in het vage gebleven. Of vaag? Vaag kon je het niet noemen. Als hij zo plaagde, dan wist je het wel. Dan bedoelde hij dat je had gerookt, en niets anders.
'Nou, zeg eens, wat heb ik dan aan vader
41