'Ik geloof geen woord van wat je me vertelt,' concludeerde vader. 'Wat is er werkelijk gebeurd?'
Tegen hem liegen was heel moeilijk. Als hij erachter kwam werd hij verschrikkelijk kwaad. Dan begon hij te schreeuwen, werd rood in zijn gezicht, en dan kon je mooi voor je reet krijgen.
'De kolenboerin heeft met stenen gegooid,' zei ik aarzelend.
'Zo maar, voor de lol?'
'We hebben haar een beetje gepest, een klein beetje.'
Zonder uitstel rukte vader me omhoog, legde mijn billen binnen handbereik en kletste er met zijn eeltige handen verbeten op los. 'Ik zal je leren om mensen die voor hun brood sappelen het leven zuur te maken.'
'Mijn vriendjes hebben het ook gedaan,' huilde
ik.
Maar daar was moeder al. 'Schei uit Barend, blijf die jongen niet zo slaan.'
Zo ging het altijd als ik voor mijn kont kreeg. Eerst werd vader dan nog driftiger, totdat zij hem bij zijn arm greep en voor hem ging staan, zodat hij er wel mee moest stoppen.
Ik rukte om los te komen en holde de straat op. Als hij me nog één keer sloeg, dan zou ik me op het schip in het droogdok verbergen en meevaren, heel ver weg. Er was een Indiër op die schuit
36