zeker van was. 'Je weet toch dat ze bijna blind is? Toen ze drie was heeft ze er zelfs een jaar voor in het ziekenhuis gelegen. Probeer jij het maar eens, met je ogen bijna dicht.'
'Onbeschrieen,' antwoordde ik, zonder precies te weten wat het betekende. Vader gebruikte het woord altijd om iets af te kloppen.
'Ach,' zei Saartje boos, 'soms heb je zelf het verstand van een gazzer.'
Een gazzer, dat was een varken. Hatelijk om dat te zeggen. Misschien kwam het daardoor wel dat moeder niet goed kon breien, dat er kringen op het tafelblad zaten, dat ze van die gekke kleren droeg, en onze kousen zo rottig stopte, dat er hele proppen in zaten.
'Hoe komt het dat je als kind slechte ogen krijgt?' vroeg ik, nu Saartje weer tegen me lachte.
'Weet ik veel. De een heeft dit, de ander dat. Maar soms ontstaat het bij de geboorte, als een soort besmetting. Daarom druppelen ze tegenwoordig de oogjes van de baby's in met helse-steen.'
Hoe kon dat nou. Helsesteen was toch geen vloeistof. De dokter had het mij gegeven voor de wrat op mijn duim. Het had na enige dagen zo'n pijn gedaan dat ik het in mijn oksel voelde steken. Het kon de dokter niets schelen. 'Dacht je soms dat ik suikerwater gaf?' had hij lachend gezegd.
26