andere onthoudt?' vroeg ik, maar Saartje zei alleen dat ik altijd van die opmerkingen had. Nu dorst ik haar dat andere ook niet te vragen: hoe het kwam dat er een stem in je hoofd zit die met je meespreekt, en die je verbood iets te doen als je het juist wel wilde doen, net alsof je van binnen uit twee kinderen bestond die met elkaar ruzie maakten. Dat was pas de laatste tijd zo. Als het maar niet betekende dat je een beetje gek was.
Intussen ritselden de breipennen van Saartje over elkaar, terwijl zij de kat wegjoeg die met de kluwen wilde spelen.
Saartje schreeuwde nooit tegen moeder om haar zin te krijgen. Iedereen zei trouwens dat ze op moeder leek.
'Hoe komt het dat moeder niet zo goochem is?' vroeg ik voorzichtig.
'Niet zo goochem? Dat denken jullie maar, omdat ze veel te goed is en jullie haar commanderen. Ze durft niet voor zichzelf op te komen en dan doet ze net alsof ze iets niet begrijpt. Dat heb ik zelf gemerkt. Tegenover mij is ze heel anders.'
Zou het waar zijn wat Saartje beweerde? Hoe kwam het dat een moeder tegenover het ene kind heel anders was dan tegenover het andere? Net alsof het niet dezelfde moeder was?
'En ze schrijft zo lelijk,' hield ik vol.
'Dat dankt je de donder.' Nu was Saartje echt kwaad, want zo sprak alleen vader, als hij ergens
25