hiedsfront met de communisten, dat mocht niet. Dictatuur en dictatuur is één, beweerden zij. Maar het Duitse kapitaal had maling aan de democratie. Acht miljoen werklozen waren veel te gevaarlijk.
Het plakken was klaar. Wij praatten druk na, fiets aan de hand, naar huis lopend op de Stadhouderskade. Twee uur in de nacht. Dat half uurtje kon er nog wel bij.
Daar waren drie mannen aan het schilderen, midden op straat, aan de overkant van het huis van bewaring. Wij keken toe en lazen de grote letters in rode verf:
sneevliet, uit de cel in de kamer
Dat was waar ook. Henk Sneevliet was onze concurrent met zijn splinterpartijtje. Hij zou wat proteststemmen van ons meepikken. Daar had hij wel recht op. Hij had opgeroepen tot solidariteit met de muiters van De Zeven Provinciën. Er was anderhalf jaar tegen hem geëist, hij kreeg vijf maanden. Sneevliet kwam in de Kamer. Van ons niemand.
2. Op zoek naar een leider
Sneevliet hield zijn bril in de rechterhand en keek met strenge blik de zaal in. Zijn korte, gezette gestalte, een haarlok langs zijn voorhoofd vallend, had hem bij sommige osp'ers de bijnaam Napoleon bezorgd. Hij zweeg even, nahijgend van de drift van zijn woorden. De temden had hij op elkaar geklemd, zijn onderlip stak ver naar voren.
'De politiek van klassebederf, die thans wordt bedreven door partijen die zich communistisch noemen .. .'
Zijn stem galmde opnieuw door de ruimte van Krasna-polsky.
16