Jullie is jodenvolk

kuifie, sommige jongens moeten helemaal op de nul. Als het er maar niet zo druk is met scheerklanten. De grote mensen gaan voor. Ik heb er eens twee uur gezeten voordat ik aan de beurt was. Je kan wél wat horen als je oplet. Jantje Bols zijn vader was er vorige keer, hij is bij de politie. Ze moesten een kerel pakken, die had zijn vrouw doodgestoken. Toen ze boven kwamen had hij met een scheermes zijn eigen strot afgesneden en in een brillekoker naar buiten gegooid.

Waar zijn ze? 'Hier vliegt een glavie aan stukken...'

'Ga jij eens verder, Salie.'

'...aan stukken in de lucht, daar trachten twee ridders tevergeefs elkander uit het zadel te lichten.'

'Laat maar, ik dacht dat je niet oplette.'

Lekker, de meester heeft een strop.

Als je barbier bent, is ook niet zo leuk. Hij heeft verteld dat een klant moest niesen, juist toen hij zijn nek aan het uitscheren was. Het bloed sprong uit een slagader.

We hebben gisteren gelachen. Wim de Groot wou een heel doosje lucifers aansteken. Er kwam net een kip aan, die wou het hem uit zijn handen slaan. Pssst, in de fik, een hele steekvlam, die politie danste van de pijn.

Ik wou dat ik onzichtbaar was, ging ik overal kijken hoe grote mensen het doen. Heb ik mijn dubbeltje nog voor de barbier? Even voelen, in mijn zakdoek. Tegen moeder zeggen, er zit een gat in mijn zak.

Word ik geroepen?

'Salie, ik zeg je nu al voor de tweede keer dat je aan de beurt bent. Weet je niet waar we zijn?'

'Jawel, meester.'

Henkie fluistert: 'Vianen had als altijd de zege behaald.'

Ik kan het niet zo gauw vinden.

'Niet voorzeggen.' Meester heeft het gehoord. 'Salie, in de hoek. 'En slenter niet zo, anders laat ik je straks schoolblijven, begrijp je?'

36