Jullie is jodenvolk

lemaal. Ik hoefde me niet meer te schamen voor mijn vriendjes en ging met ze in een rijtje staan piesen. Kijk eens wat een straal!

Het water is warm. Heb ik in bed gepiest? Verschrikkelijk. Maupie mag het niet merken, einders gaat hij tegen me schreeuwen en beweert hij dat hij ook nat is geworden. Dan komt moeder het ook te weten, en vader natuurlijk.

Net doen of ik slaap. Maupie wordt wakker, geen sjoege geven. Hee sjloume, zegt hij tegen me, om me te pesten, ik slaap gewoon door. Hij trekt aan de deken, dat ik heen en weer schud; hij zou wel willen, dat ik wakker werd. Gelukkig, hij staat op.

De klok slaat half negen. Nu kan ik wel naar beneden gaan. Eerst de dekens omhoog trekken, heel netjes, je ziet niets van die gele plek. Mijn onderbroek is al een beetje droog, gauw mijn bovenbroek. Wassen, naar beneden.

'Hoe kom je zo laat, Salie?'

'Ik heb heel diep geslapen.'

'Eet maar gauw je brood op.'

Dat doe ik ook, ik duw het naar binnen.

En nu naar school, weg.

Gelukkig, niemand heeft er iets van gemerkt.

pijn

Ballebukke, ballebukke!

Een visboer roept het, achter zijn kar met harde bokking. Het is nu ons geheimwoord geworden. Ik zeg het zachtjes tegen Maupie, of hij tegen mij, en ineens moeten we lachen. We pesten elkaar er ook mee. Als Maurits in een winkel staat schreeuw ik het naar binnen en hol dan weg, of ik roep het en trek steeds mijn hoofd terug. Hij schaamt zich dood en kijkt vooral niet, of hij zwaait met zijn arm dat ik er mee uit moet

26