Jullie is jodenvolk

Daar moet je voor uitkijken. Soms dreigt ze met koddiesjbor-ger, zo noemt ze god, of met later. 'Het zal je er later naar vergaan' of 'Je zal er later nog eens spijt van hebben,' ik weet precies wat er komt. Ze beweert dat koddiesjborger alles ziet, maar daar geloof ik helemaal niet in.

Ze kan wel lekker koken. Als vader wat verdiend heeft bakt ze zelf cake, op vrijdag, en dan mogen we er net zoveel van eten als we lusten. Maar eerst moeten we ons gewone eten op hebben; dat is jammer, dan is er niet zoveel plaats meer. Altijd ben ik van plan minder te eten wanneer we cake hebben, en steeds vergeet ik het, gek is dat. Kremseliesj eten we ook vaak, of eigenlijk: broodsjalet, van oudbakken brood. Het is goedkoper dan vers, het kost alleen de krenten erbij. We hebben gelachen, moeder wilde uit de stad gepiepte kesjtènge meenemen. Toen ze naar het karretje ging was het een mosselenboer, hij wist niet eens dat kesjtènge kastanjes zijn. Ze had het niet gezien, met haar ogen.

Met vader kun je beter voor de dag komen. Als er een ouder op school moet komen hoop ik altijd dat hij gaat. Hij is thuis de baas, ook over moeder. Wij mogen niet in zijn stoel zitten en hij krijgt het grootste stuk vlees. Als je er wat van zegt, weet ik het antwoord van moeder al: 'Als jij later getrouwd bent ben jij de baas, dan mag je ook het grootste stuk.' Of: 'Je vader moet er hard genoeg voor werken.' Hij houdt moeder soms voor de gek, omdat ze Arnhems praat of omdat ze in slaap valt met de krant lezen. Bij opoe doen ze haar ook wel na. Vader is goed met dammen, hij heeft in de hoofdklasse gespeeld en vindt dat Maupie en ik zitten te prutsen, dat zegt hij altijd als hij ons ziet spelen. Toen vader nog niet failliet was, is hij een hoge piet geweest bij de leerhandelaren, hij moest zelfs een keer bij de minister komen.

Hij speelt loterij, bij de barbier, een twintigje. Vannacht heb ik gedroomd dat ik ook een briefje had en de honderdduizend had gewonnen. Ik wou er mooie kleren voor kopen, voor ons al

25