'Meneer is vreselijk kwaad.'
'Ik ga niet zitten meehuichelen.'
Lodewijk veegde met een zakdoek het zweet van zijn voorhoofd.
'Dan moet je het zelf maar weten. Ik heb je gewaarschuwd.'
De deur smakte tegen de muur, en nu stond de baas voor mij.
'Waarom kom je niet als ik het zeg?' vroeg hij met ingehouden drift.
'Ik werk liever/ antwoordde ik zachtjes. Waarom liet hij me niet met rust?
'Ik bepaal anders wanneer er gewerkt moet worden/ beet hij me toe.
'Naar de radio luisteren is geen werk.'
'Maar het is wel in mijn tijd. En daar ga ik over.'
'Dit heeft er niets mee te maken.'
'Nee? En waarom weiger je dan?'
'Omdat ik niet voor de koning ben.'
'Vind je het soms niet verschrikkelijk dat hij is doodgevallen?'
Ik haalde mijn schouders op.
'Geef antwoord als ik je wat vraag.'
'Toen vorige maand socialisten door Dollfuss werden doodgeschoten was er ook geen rouwdienst voor de radio.'
'Dat is maar goed ook.../ snauwde hij, en holde weg.
2 7