'Vooruit, naar je moeder jij/ en hij gaf haar een klap. Huilend verdween ze in de huiskamer. Toen kwam de vrouw erbij.
'Wat is hier aan de hand?'
'Ze willen bij ons aanplakken.'
'Van die deurwaarder?'
'Ja.'
'Hij?' 'Ja/
'En dat komt-ie vertellen? Om ons te treiteren zeker.'
'Nee mevrouw/ zei ik haastig, 'dan kan u het eraf halen.'
'Mag dat dan?'
'Nee/ antwoordde ik, 'maar als niemand het ziet...'
'Jij weet het dan toch?'
'Maar ik ga meteen weg als ik het heb aangeplakt.'
'Kom mee naar binnen/ zei de vrouw en greep haar man bij de schouder. 'Hij luist ons erin.'
'Meneer wil dat je bovenkomt/ zei Lodewijk, en keek mij smekend aan.
'Ik doe het echt niet.'
'Wat moet ik dan zeggen?'
'Dat ik nog een hele stapel werk heb liggen.'
Met zijn allen naar de radio luisteren omdat koning Albert werd begraven. Lodewijk was al de derde geweest om me te halen. Ik ging niet. Absoluut niet.
2 6