pia over. Twintig maal een kwartje, dat is vijf gulden.
Rooie David stopt het geld zorgvuldig in zijn portemonnee, en zal de lekkernij voor ons gaan halen.
Na een half uur is hij nog niet terug.
'Hij is misschien onderweg opgehouden', oppert Leo.
Na een uur is hij er nog niet. Nu gaat Maurits naar het Chinese restaurant om te kijken wat er aan de hand is.
Onverrichter zake keert hij terug. Uit wat hij begrepen heeft is Rooie David zelfs niet bij de Chinees geweest. Hij is er echter niet zeker van, want ze begrepen hem niet goed en op zijn beurt kon hij niet goed wijs worden uit het gebrekkige Nederlands.
En weer wachten wij een half uur in onzekerheid. Misschien is Rooie David wel in het water gevallen of is hij onder een auto gekomen. Het is niet verantwoord nog verder passief te blijven.
Maurits wordt naar het Binnengasthuis gestuurd om daar te informeren of er een rood mannetje is binnengebracht, Leo zelf gaat naar het politiebureau in de Warmoesstraat.
Opgewekt komt Maurits terug, met de mededeling dat er geen ongeluk is gebeurd. Waar Rooie David dan wel is? Hij heeft misschien zijn bril verloren en is de weg kwijtgeraakt, zegt hij met een geintje maar van geintjes is niemand gediend.
Dan komt Leo onverrichter zake ons zaaltje binnen lopen. 'Nee, bij de politie wisten ze van niets. Hij zal met het geld op de loop zijn, hebben ze daar gezegd.'
Hilariteit, verontwaardiging. Rooie David is zo eerlijk als goud. 'En als hij nu toch eens...' veronderstelt Nathan. Dat juist hij, als jehoede, zoiets moet veronderstellen van een andere jehoede. Een schande is het.
67