'Ik zal eens kijken', antwoordt zij, loopt naar de slaapkamer. In gedachten zie ik haar de kastdeur openen, een stapeltje ondergoed en kopjesdoeken opzij schuiven om een trommeltje met koekjes op te diepen.
Eigenlijk is het niet op zijn plaats dat we moeder alles laten doen, zegt mijn slechte geweten, en ik scheld op mezelf: Begint het weer, je geweeklaag? Wij moeten de hele dag bij een baas werken, terwijl zij thuis is en niets anders heeft te doen. Het is haar eigen stomme schuld dat ze alles vergeet en voor elk akkefietje opstaat. Natuurlijk helpt ze vader ook om de winkel schoon te maken. Maar voor mij maakt ze zich zo druk niet. Voor Maurits wel, denk ik, hij is haar pikkie; ik schrik, zo iets mag je niet van je moeder denken.
'Ik heb een uitnodiging ontvangen, om op het kantoor van de osp te komen', zeg ik plotseling.
'Jij ?' roept Maurits verbaasd, en vader voegt eraan toe: 'Ze hebben zeker geen in-de-weg-lopers genoeg. Die idioot met zijn revolutionaire partij.' Driftig bijt ik hem toe: 'Moeten de joden zich dan laten mishandelen? Zoals in Duitsland door Hitier?'
De vreemdste fantasieën spoken door mijn hoofd nu ik tegenover Jan Korthuis zit, die mij heeft uitgenodigd op het partijkantoor aan de Reguliersgracht te komen. Zijn lichtblauwe ogen zijn een en al vriendelijkheid als hij mij aankijkt, waardoor zijn hoekige kin nog sterker opvalt.
'Nu wil je natuurlijk weten waarvoor je moest komen, hè?'
Ik knik.
'Ik heb over je horen spreken. Daarom heb ik jou uitgekozen om een vertrouwelijke opdracht te vervullen', vervolgt Korthuis. 'Je kent natuurlijk de Sozialisti-
58