bezit niets.' Mijn baas heeft toen aan de drukker geschreven, dat de vordering oninbaar was. Als hij het eens wist. Ik luister naar Sal Tas, die hartstochtelijk roept dat wij de bolsjewiki van deze tijd zijn, dat wij in de revolutie met Trotski zouden hebben gevochten tegen de contrarevolutie, en met vreugde zouden zijn gesneuveld. Die laatste opmerking maakt me aan het schrikken. Wie gaat er nu met vreugde dood? Ik niet in ieder geval. Maar wel ben ik een bolsjewiek geworden, en mag ik niet bang zijn voor de dood.
Intussen heeft de machtsverovering van Hitier de socialistische beweging door elkaar geschud. Paniek is het goede woord. De een na de andere leider verlaat de osp, op de vlucht naar 't schijnt voor een bosbrand die steeds naderbij komt. Spiekman bedankt, en andere vakbondsleiders. Sam is er ook niet meer bij, en nu ben ik van de familie als enige overgebleven. Een trotskist is een vreemde eend in de bijt. Je moet je kop niet zover uitsteken, en in de eerste plaats aan je werk, aan je veiligheid denken, vinden zij.
Maar juist omdat ik op een deurwaarderskantoor werk wil ik voor de wereld duidelijk maken dat ik mezelf wil blijven, dat voor mij niet geldt: wiens brood men eet, diens woord men spreekt.
56