jaar of zes is bij hem komen staan en houdt hem aan zijn broek vast.
'Vooruit, naar je moeder jij', hij geeft haar een klap. Huilend verdwijnt het kind in de huiskamer. Dan komt de vrouw erbij.
'Wat is hier aan de hand?'
'Ze willen bij ons aanplakken.'
'Van die deurwaarder?'
'Ja.'
'Hij?'
'Ja.'
'En dat komt-ie vertellen? Om ons te treiteren zeker.'
'Nee mevrouw', zeg ik haastig, 'dan kan u het eraf halen.'
'Mag dat dan ?'
'Nee', antwoord ik, 'maar als niemand het ziet...'
'Jij weet het dan toch?'
'Kom mee naar binnen', zegt de vrouw en grijpt haar man bij de schouder. 'Hij luist ons erin.'
3i