smeten. Een ander ligt onder zijn tegenstander en steekt hem een brandende aansteker onder zijn toges. Vrouwen schreeuwen: 'Kill him.' Wessel en ik vinden het prachtig maar als goede Hollandse moralisten hebben wij er geen goed woord voor over.
Ik luister vooral naar de verhalen van oom Alec, die zeeman is geweest, en pas de commercial fleet heeft vaarwel gezegd toen tante Julia hem niet meer wilde laten vertrekken. Hij is kampioen lichtgewicht boksen geweest toen er wedstrijden werden gehouden van de zeelui van de Indische Oceaan. Wat zijn wij thuis toch kakkerige joden, die overal gevaar in zien. Ook gaan we naar een pub op zondagmiddag, om er oom Banie te ontmoeten. Hij is de fameuze secretaris van de Cigar Makers Union, een grote vakbond omdat ook de siga-rettenmakers er lid van zijn.
Hij wijkt volkomen af van de Nederlandse Santens, zo levenslustig is hij. De vrouw die hem bier komt brengen, slaat hij vrolijk op de billen, en ook uit verdere reacties blijkt dat hij zijn vrouwtje staat. Voor zijn Cigar Makers Union is hij overal geweest, op een internationale conferentie in Chili, bij de Internationale Ar-beids-Organisatie in Genève. Het schuim van een glas bier hangt aan zijn snor.
Een krant heeft grote koppen over processen in Moskou, tegen Zinovjev, Kamenev en andere vooraanstaande communistische leiders uit de Russische revolutie. In opdracht van Trotski zouden zij hebben samengewerkt met Hitier en met de Gestapo.
Het bericht is verbijsterend en het bevestigt wat Henk Sneevliet over het stalinisme zegt: het is de syfilis van de arbeidersbeweging. Met laster houdt het zich staande, maar wat weten de gewone mensen daarvan, die de waanzinnige zogenaamde bekentenissen van de beklaagden voor zoete koek slikken?
112