verzet tot het uiterste te gaan. Daarbij speelde ongetwijfeld ook een rol dat de noodlottige ondergang van de familie waaruit ik ben voortgekomen mij bleef achtervolgen. Hierover heb ik geschreven in Heden kijkdag, Kinderdief en De B van Bemazzel.
Onze steun aan het Algerijnse verzet heeft heel wat stof doen opwaaien. Ds. Van Veen voor de PSP en Joop den Uyl voor de Partij van de Arbeid hebben er vragen over gesteld aan de regering. Jean-Paul Sartre, Simone de Beauvoir, Isaac Deutscher, Jorge Amado en Michel Leiris hebben het voor ons opgenomen. Natalia Trotski heeft een brief aan de president van de rechtbank geschreven tot onze verdediging. Rudolf van den Berg heeft er een film over gemaakt, die in Italië een Gouden Leeuw kreeg, in Nederland een Gouden Kalf, ter onderscheiding van het Italiaanse en Nederlandse temperament...
Ook andere factoren zijn bepalend geweest voor mijn plaats in de wereld. Door mijn huwelijk met Bep, de enige dochter van Mien Sneevliet, ben ik als gemengd gehuwde ontsnapt aan de gaskamer. Als schoonzoon van de beroemde of beruchte revolutionair Henk Sneevliet werd van mij verwacht dat ik kleurecht zou zijn, van een soort rood dat er niet om loog. Sneevliet had door de koloniale wereld gezworven, de Socialistische Partij opgericht in het toenmalige Nederlands-Indië, deelgenomen aan de oprichting van de Chinese Communistische Partij, en daarmee het gezicht van de wereld helpen veranderen.
De laatste keer dat ik Henk Sneevliet zag was op 22 juli 1941, de dag waarop Hitier de Sovjet-Unie was binnen gevallen. We waren het op menig punt oneens, bij voorbeeld over de vraag of Leo Trotski al dan niet terecht in 1938 de Vierde Internationale had opgericht.
9