beter is. Daarom al was dit voorarrest een dubbele straf, nog afgezien van de voortdurende zenuwslopende spanning waarin men verkeert. Enfin, we weten nu gauw waar we aan toe zijn. Dag, Sal, Papa.
Voor zijn verdediging is het de verdachte toegestaan, te liegen zoveel hij wil, en daar wordt dan ook een dankbaar gebruik van gemaakt. 'Niemand kan aan je gezicht zien of je de waarheid vertelt of niet', aldus menig advocaat tegenover zijn cliënt, 'tenzij je zo gek kijkt als je nu doet'.
En dus wordt er nergens zoveel gelogen als in de Huizen van Bewaring, waar verdachten zich tijdens het luchten oefenen op hun medegevangenen in het verdoezelen van de waarheid.
Maar als ik, na ruim dertig jaar, deze brieven publiceer, is het om de waarheid te vertellen, en niet om mezelf mooier voor te doen dan ik ben.
Dat gebeurt wèl in mijn brief van 25 juni 1961, waarin ik een onschuldig gezicht trek en zeg, dat met de beschuldiging valsemunters te zijn, onze eer op het spel stond.
Natuurlijk waren wij geen valsemunters in de criminele zin van het woord, wij zouden het ook niet gekund hebben, maar wel waren wij betrokken bij de uitvoering ervan als onderdeel van het Algerijns verzet.
Amsterdam, 2 juli 1961
Liefste Bep en kinders,
Brr, wat is het warm in de cel. Ik loop al in mijn in-terlockje, maar de benauwdheid verdwijnt er niet door. Enfin, zo zal het overal wel zijn. Ik ben een beetje aan het hannesen, kan mijn draai niet vinden. Dit is natuurlijk de reactie na de spannende dagen van het proces. Nu is het alleen nog wachten op de uitspraak, voor
180