leend, Bep. Dat is het dan weer. Tot donderdag, heel veel liefs, Sal, Papa.
Professor Rüter: toenmalig directeur van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis.
Zondag, 19 maart 1961
Liefste Bep en kinders,
Dank je voor het adres van tante Bertha, Bep. Ik zal die ouwe morgen een kaart sturen, evenals aan oom Eg. Natuurlijk wist hij wat er aan de hand was. Moeder beschouwt hem nog steeds zo'n beetje als haar achterlijke broertje dat je wel wat wijs kan maken, maar ze vergist zich. Ik zou het wel leuk vinden als moeder eens kwam, maar jullie gaan me boven alles.
Wat prettig, hè, dat Jo zo geregeld komt. Als ik lees wat een knoeiboel het daar nog steeds is, heb ik het gevoel: ik zou er nooit meer willen werken. Enfin, we zien wel tegen die tijd, ik zou dan toch eerst die schuld moeten betalen. Het voornaamste is: weer thuis te zijn, het probleem van het werk lost zich ook wel op.
Je was donderdag een beetje van streek, maar heus, Bep, je bent een geweldige steun voor mij en de kinderen, ik begrijp het allemaal heel goed, neem het daarom niet te zwaar als je eens iets zegt waar je later spijt van hebt. Zo erg is het werkelijk niet, ik begrijp het toch allemaal wel. Het is net of je onder zulke omstandigheden een apart zintuig ontwikkelt om situaties te leren overzien. Heus, ik begrijp alles heel goed, ik begreep het trouwens onmiddellijk, maak je dus geen zelfverwijt, daar is geen enkele reden voor. Je bent heel flink en een voorbeeld voor anderen, maar gelukkig geen automaat. Ik begrijp wel dat het voor jou ook
141