Wat het archief van oom Henk betreft, het is inderdaad het verstandigste er niemand bij te laten totdat ik weer vrij ben. Aan de ene kant juich ik de belangstelling, ook van Amerikaanse zijde, toe voor zover het om zuiver wetenschappelijke belangen gaat, maar kort voor mijn arrestatie heeft een Amerikaanse professor een uittreksel mogen maken, en daar moeten ze het voorlopig maar mee doen. Het is erg aardig dat professor Rüter zo'n moeite doet toestemming te krijgen dat ik me in de cel met dit werk kan belasten, maar ik betwijfel of het wordt toegestaan. De calvinistische opvattingen die men hier heeft ten opzichte van gevangenen, ook politieke gevangenen, laten nu eenmaal weinig ruimte voor soepelheid. Voor geknoei van de kant van de BVD ben ik niet zo bevreesd. Het is een historisch archief en ik betwijfel of het intelligentiepeil van de BVD-lieden, die niet meer zijn dan slaafse knechtjes van buitenlandse veiligheidsdiensten, van dien aard is dat ze er iets van snappen. Wel zou natuurlijk een inventaris moeten worden opgemaakt.
Van moeder ontving ik een brief, Bep, ik heb meteen geantwoord. Ze kan het niet laten, me hier of daar een stil verwijt te maken, ik ben daar maar niet op ingegaan. Ik kan het me wel voorstellen, maar als je negen maanden in voorarrest zit heb je meer behoefte aan steun dan aan terechtwijzingen. Het maakte me een pietsie bitter, maar ik heb dat al weer van me af geschud. Wel dacht ik: je bent gek, van de kinderen en van jezelf het offer te vragen, een bezoek over te slaan. En met die oplossing was ik ontzettend blij, waarschijnlijk meer omdat ik de kinderen niet kan missen dan om iets anders. Staan jullie er dus niet bij stil, hoor, het is van geen belang.
Ik ben blij dat je de schrijfmachine niet hebt uitge
140