De laatste maanden zijn omgevlogen, en ik hoop dat het thuis ook zo is. Ik zal mijn programma's vertellen: om kwart voor zeven opstaan, wassen, scheren, bed opmaken, eten, tot half negen wat zitten dromen of lezen, half negen luchten tot 9 uur, dan naar de bibliotheek, tot 12 uur. Dan eten, luchten, lezen, om 2 uur weer naar de bibliotheek, tot half 6 of 6 uur, dat varieert. Om 6 uur eten, daarna schrijven, lezen, schaken, lopen dromen, al naar gelang. 10 uur naar bed. Daartussendoor: op donderdag komen jullie, de hele dag is dan al zo'n beetje een feestdag voor me. Op donderdagavond komt de Humanist, op vrijdag en zaterdag meestal mr. Smeets. Het menselijke contact is ook goed. De bibliotheekmeester is een vriendelijk man, de sportmeester, die ook vaak in de bibliotheek werkt, eveneens. Als ik wel eens in mijn brieven op de gevangenis mopper dan geldt dit het systeem als zodanig, niet de mensen. Er zijn natuurlijk uitzonderingen, maar het woord uitzondering zegt al dat dit geen regel is. Mijn vorige ervaringen zijn dienovereenkomstig. Natuurlijk is er ruimte genoeg voor kritiek, maar die geldt — bij doorredeneren — steeds het systeem als zodanig, waarvan de uitvoerders in zekere zin de gevangenen zijn, meer dan zij zelf weten. En meer vaak, dan de gevangenen zelf... Het slachtoffer heeft nu eenmaal de neiging, naar de oorzaken te zoeken, wat op zich zelf reeds een element van bevrijding is. De handhaver van een systeem probeert het daarentegen voor zichzelf te rechtvaardigen, ter 'zelfrechtvaardiging' als het ware, wat een vruchtbare bron voor subjectiviteit is. En zo filosofeer ik maar wat in de ruimte, en vliegen de dagen om. Ik had nogal last van koortsuitslag, het verdwijnt, komt terug, verdwijnt, komt terug, en ik heb de dokter vitaminetabletten gevraagd. Hij zei echter dat de
121