Vaals: de confrontatie met Oeldrich en Schneeweiss.
Soustelle en Lapaillarde: Franse contrarevolutionairen.
Amsterdam, i januari 1961
Liefste Bep en kinderen,
Nogmaals: een gelukkig nieuwjaar! Met de vurige wens dat we in 1961 weer bij elkaar mogen zijn, zoals jullie schreven in de leuke kaart, die ik gisteren nog ontving. Ik heb jullie bij het verscheiden van het oude jaar stuk voor stuk in gedachten even gepakt en gezegd: Jongens, flink zijn hoor, we slaan ons er wel doorheen, de moeilijkste tijd ligt nu achter ons. En de kracht die we gezamenlijk hebben kunnen opbrengen in 1960, is een solide basis om 1961 met vertrouwen tegemoet te zien. Gisterenavond kregen we een oliebol en een appelflap. Ik heb een donker gebrande oliebol genomen, met de gedachte: Bep bakte ze voor mij altijd extra donker omdat ze weet dat ik dat lekker vind; misschien heeft ze dat nu ook gedaan. Dan had ik toch een oliebol van thuis! Hoe laat zijn jullie naar bed gegaan? Jullie hebben natuurlijk naar Wim Kan geluisterd, wij hier ook, en zo waren we toch een beetje bij elkaar. Bart is nog nooit naar een echt cabaret geweest, hè, zoals van Wim Kan of Wim Sonneveld. Gaan jullie dat eens doen in de vakantie, dat is leuk! Ik wed dat de vakantie de kinderen veel goed doet. De vermoeidheid en de spanningen zo voor het rapport waren een extra last, bij alles wat jullie toch al moeten verwerken. En men zou dan over bovenmenselijke krachten moeten beschikken om niet eens het evenwicht wat kwijt te raken. Maar de kinderen zijn steeds erg flink en lief geweest, de rust van de vakantie zal ze nieuwe kracht geven. De moed niet opgeven, hoor jongens, zo'n be-
109