Meer dan eens hebben we tegen Maurits gezegd: 'Waarom gaan jullie niet trouwen?' Er was toen al sprake van dat nieuwe gemengde huwelijken spoedig niet meer zouden worden toegestaan.
'Ik wil niet met haar trouwen alleen maar om me veilig te stellen, dat is gemeen tegenover haar', hield hij ons voor.
'Jullie gaan toch met elkaar?'
'Ik weet niet of ik anders wel met haar zou willen trouwen.'
'Jullie kunnen later weer uit elkaar gaan als het moet.'
'Dat is geen basis waarop je begint.'
Hoeveel keer hebben we zo gesproken? Tot Maurits de verkering uitmaakte, omdat hij niet meer van haar hield en het niet eerlijk vond zo door te gaan.
Wat nu?
Voorlopig kan Maurits bij Ben en Coba in de Van Lennepstraat. Erg veilig is het niet, iedereen kent iedereen op de trap, maar komt tijd, komt raad.
Misschien weet Greet iets, een vriendin van Bep, in Enschede. Het is te proberen.
Het lukt, Maurits kan in de buurt bij een boer werken. Maar is het een goed adres? De man is wantrouwig, vraagt Maurits of hij een jödde is. Greet had gezegd dat het een arbeider betrof die niet naar Duitsland wilde, maar joden kan hij niet hebben. Bovendien heeft Maup te veel last van zijn linkerarm, waarvan hij eens de elleboog heeft gebroken, en die hij niet meer kan strekken. Hij kan er geen hooi mee op een kar gooien, en het vasthouden van de koeien geeft ook moeite. Hij vlucht en is nu weer bij ons en speelt met onze kleine meid. Ze heeft een blauw jurkje aan, een hoepel om, als leidsel, en Maup moet hem vasthouden.
79