PSYCHOANALYSE
Ik weet nu zeker, dat de bezetting tot mijn impotentie heeft geleid. Het geeft me een rampzalig gevoel, dat al mijn handelen doordringt.
Eerst schreef ik het toe aan de gevorderde zwangerschap van Bep, en lieten we het vrijen achterwege. Toen in oktober onze kleine meid werd geboren, dachten we dat het, na het herstel van Bep, wel beter zou gaan, maar nu hoef ik mezelf niets meer wijs te maken. Elke keer proberen Bep en ik of het nu beter gaat, dan breekt mij ineens het zweet uit, en is het mis. Niemand heeft er benul van, hoe afschuwelijk zo'n mislukking is.
Bep geeft de moed niet op, en raadt mij aan, er met een psychiater over te praten. Met welke? Vaak zijn het mensen met burgerlijke opvattingen, die je revolutionair-zijn als een ziekteverschijnsel beschouwen. Alsof de maatschappij zo gezond is...
Daarom ben ik naar dokter Van Bomas gegaan. Hij is een van de bekwaamste psychiaters, en ook links.
Je bent altijd bang dat zo'n man door je heen kan zien, maar dat is toch ook de bedoeling?
Zijn hoge, bijna vrouwelijke stem verbaast mij. Hij is klein van stuk, en het hoort ook wel een beetje bij hem. Eigenlijk vallen vooral zijn ogen mij op, die groot en helder zijn, en je doordringend aankijken.
Het is alsof ik in zijn blik word weerspiegeld, en ik kijk verlegen omlaag. Ineens ontdek ik dat er in de bo-venpijp van mijn broek een scheur zit, en leg ik haastig mijn andere been erover. Nu buigt dokter Van Bomas zich over zijn bureau, vluchtig, als wil hij in een flits op
7