AFSCHEID VAN VADER
'Vandaag doen we geen analyse meer', zegt dokter De Widt tegen mij, en staat op van zijn stoel. 'Mijn moeder is in Den Haag van huis gehaald, en zit nu in Westerbork. Ik ga naar haar toe. In Westerbork kan ik kamparts worden, en dan let ik wel op dat ze niet wordt doorgestuurd.'
Hij zegt het laconiek, maar zijn woorden grijpen me bij de keel. Gaat hij ook al weg? En hoe moet het verder met de analyse. Aarzelend vraag ik het hem.
'Dokter Van Bomas neemt de behandeling van mij over. Dat duurt nog even. Hij is nu niet bereikbaar. Er wordt aan gewerkt dat zijn vrouw arisch wordt verklaard. Dan is hij gemengd gehuwd en voorlopig veilig. U hoort nog van hem.'
Ik sta nu alleen in de schoenmakerij, en bega de ene stommiteit na de andere. Er wordt me een partij veters aangeboden tegen een spotprijs, naar het schijnt, maar gezien de hoeveelheid is het een groot bedrag aan geld. Het is oorlogsrotzooi, zoals alles oorlogsrotzooi is, maar de klanten zijn er blij mee, omdat er niets anders is. De klanten? Die kunnen voor de rest van de eeuw veters bij ons kopen, voordat die enorme partij op is.
'Weetje hoe vader destijds failliet is gegaan?' vraagt moeder. 'Kort voor het einde van de Eerste Wereldoorlog heeft hij zijn pakhuis aan de overkant in de Tweede Bloemdwarsstraat volgestopt met ouwe veters. Toen er vrede kwam, was hij failliet. En het heeft het verdere lot van onze familie bepaald. Armoe, niet mooi meer.'
62