naar Henk Sneevliet heeft gevraagd. Bep was alleen thuis, en de man beweerde dat hij van de Burgerlijke Stand kwam. Ze maakte hem wijs dat ze Sneevliet helemaal niet kende, dat haar moeder er met hem vandoor is gegaan en dat zij daarna bij haar vader is blijven wonen. De man wist kennelijk niet dat ze bij oom Henk en tante Mien op de Overtoom heeft gewoond. Hij scheen haar te geloven, en is zonder verdere boodschap vertrokken.
Daar zou je uit opmaken dat hij niet van de Burgerlijke Stand kwam, vindt dokter De Widt. Het blijft uitkijken geblazen. En nu dit punt toch ter sprake komt, moet hij iets vervelends met mij bespreken. Ik begrijp natuurlijk dat hij mijn analyse voortdurend doorneemt met dokter Van Bomas. Samen zijn ze van mening dat ik in de huidige fase van de behandeling niet kan doorgaan met mijn illegale werk.
Hoe moet ik dit waarmaken tegenover mijn vrienden, bij wie ik zelf altijd de noodzaak van het illegale werk heb bepleit? Zonder aarzelen sta ik op van de divan, en zeg tegen dokter De Widt dat ik niet langer geanalyseerd wil worden. Dan nemen jullie maar een andere jood voor mij, wil ik zeggen. Het zijn woorden die vader altijd gebruikt als hij iets per se niet wil doen. Maar ik zwijg en loop naar de deur.
Dokter De Widt dringt er bij mij op aan even te wachten, en vooral naar hem te luisteren. Het betreft niet alleen mij, maar ook andere illegale werkers in analyse. Er zijn duizend aanwijzingen dat ze in de gaten worden gehouden, en de beslissing is na ernstig beraad genomen. Bovendien is mijn individuele analyse in een stadium gekomen waardoor het onmogelijk is verder te gaan als ik ter wille van het illegale werk bepaalde dingen verzwijg. Allerlei weerstanden, en ik
33