vroeger getrouwd geweest met de landelijke secretaris van de Federatie van Overheidspersoneel, de vakbond die later is ingeschrompeld omdat Colijn het ambtenarenverbod invoerde voor revolutionairen. Van Bep hoor ik dat haar moeder de vroegere bestuurders ervan opzoekt, die nog bij de gemeente werken. Het is duidelijk: er wordt actie gevoerd om tot staking over te gaan tegen de jodenvervolging. Door het Derde Front van oom Henk en door de Communistische Partij.
Ik ga naar dokter De Widt voor de analyse. Daar wordt mij verteld dat ook hij op het Waterlooplein is gearresteerd. Hoe moet het nu verder? Kom morgen weer om deze tijd, er wordt alles aan gedaan om hem vrij te krijgen. Een vroegere patiënt van dokter Van Bomas is later NSB'er geworden. Het is een waanzinnige toestand, maar je kan geen onnodige scrupules hebben als de mogelijkheid bestaat iemand uit de poten van de nazi's los te krijgen. Het wordt in elk geval geprobeerd.
De volgende dag, 25 februari, lopen mensen op straat te hoop: er is een algemene staking uitgebroken tegen de jodenvervolging. Ik haast mij naar de schoenmakerij van vader om het hem te vertellen. Hij aarzelt geen ogenblik, zegt tegen Maurits en mij dat er vandaag niet wordt gewerkt, trekt zijn jas aan, en doet het houten luik voor de buitendeur van de winkel om aan te geven dat de zaak gesloten is.
Met Evert, een lid van onze groep, gaan wij langs bedrijven waar nog gewerkt wordt om te vertellen van de staking. En wij hollen en juichen mee met de menigte die zich door de stad beweegt.
Ik durf nog niet thuis te slapen, en ga 's avonds naar oom Piet en tante Riek in de Pastelstraat, het adres
22