De B van Bemazzel

over Here Jezus. Later was ik op het joodse schooltje (ik was de knapste van de klas, voeg ik er trots aan toe) en liet me ook daarvoor betalen. De busreis naar het schooltje werd vergoed door het schoolbestuur, omdat we helemaal in Tuindorp Oostzaan woonden, en het te ver was om te lopen naar de Laanweg. Maar ik ging stiekem toch lopen, zorgde altijd weggegooide buskaartjes in voorraad te hebben en wisselde die in tegen twee dubbeltjes: een dubbeltje heen, een dubbeltje terug. De helft van het geld gaf ik aan mijn vader, de andere helft hield ik zelf als zakgeld. Op die manier kreeg ik toch het zakgeld waar mijn vader in principe tegen was.

Waarvoor al die flauwe kul, vraag ik mij af, maar de dokter heeft mij gezegd dat ik niet moet censureren. En dus vertel ik dat ik de oliebollen kreeg, bestemd voor mijn broer Maurits, toen hij met een gebroken elleboog in het ziekenhuis lag. En dat ik de benen pen van mijn zusje in tweeën heb gebroken, toen zij zei dat ik daar niet sterk genoeg voor was, en ikzelf ook dacht dat ik het niet kon.

Laat ik niet vergeten op te schrijven dat zij is gestorven toen ze zestien, en ik veertien jaar oud was. En dat ik getrouwd ben met de dochter van Mien Sneevliet, de vrouw van de bekende revolutionair. Toen ik nog een kind was noemden ze me thuis de pestkop, omdat ik mijn broertje zo pestte. Dat dachten ze, want het was lang niet altijd met moedwil. Maar hij begon meteen te knokken, omdat hij zo driftig was.

Voor mijn moeder heb ik me als kind geschaamd, omdat ze zo'n gekke knot haar had. En voor mijn kleren, daar schaamde ik me ook voor. Bij Wilhelm Reich heb ik in Der sexuelle Kampf der Jugend gelezen, datje sexuele moeilijkheden krijgt als je voor je twintigste

10