Hoe moest ik het thuis vertellen? Vader zou vreemd opkijken. Bep had me al eens verweten dat ik niet meer zakgeld dorst te vragen, maar zij wist niet hoe het bij ons was. Al het geld had hij nodig. Ik wou maar dat ik zo flink was als Bep, die oom Henk regelrecht zei wat ze dacht.
'Waarom moet het zo plotseling?' wilde mijn vader weten. 'Vanwege die goedkope huur?' Hij keek me ongelovig aan. 'En met die zestig gulden per maand die je verdient?'
'Ik ga opslag vragen.'
'Laat die kinderen toch gaan', zei moeder aarzelend. Zij zei, als het op een mening aankwam, altijd: Mijn man zegt... nu niet.
Er werd verder geen woord over gesproken.
'Opslag? Omdat je wil trouwen? Nu al? Hoe oud ben je eigenlijk?' vroeg mijn baas.
'Tweeëntwintig.'
'Dat is nog veel te jong. Het kan nooit goed gaan.'
Niet? Hij was zelf eenentwintig toen hij trouwde. Dat wist iedereen.
'We hebben al een woning gehuurd.'
'Het is toch geen moetje? Nou ja, je krijgt een tientje per maand meer.'
Oom Henk stond erop dat wij duur gingen trouwen. Waarom die onzin? Dat was geld weggooien. Hij wist toch ook dat het huwelijk een burgerlijke instelling was, waaraan je voldeed om geen narigheid te krijgen? Of de kinderen later? 'Willen jullie dan dat het en masse, als fokvee, gebeurt? Het is toch veel beter als wij onder elkaar zijn, zonder allerlei vreemde gezichten?' 'We doen wat we zelf willen', antwoordde Bep.
Wij gingen ook niet mee met de taxi, die oom Henk en
59