Ik kon weer thuis slapen, waar de post voor Else kwam, meestal uit Polen. Postzegels waren van een envelop geknipt. Wie zou het hebben gedaan?
Oom Henk moest opnieuw naar Parijs. Ook een vriend van Ignace Reiss had met de gpoe gebroken. 'Ik heb hem zijn huid vol gescholden, Mien. Hij waarschuwde mij dat we moesten oppassen voor een blonde jongeman die geregeld op het partijbureau kwam en die hier ook over de vloer zou zijn geweest. Hij wilde zijn naam niet noemen, en dat terwijl hij mij vertelde, dat Stalin een kruisje achter mijn naam heeft gezet.'
Trouwdag
'Er staat een woning leeg in de Schoolstraat, voor drienegentig per week. Moeder en ik zijn al wezen kijken, het is hier vlak tegenover. Nu kunnen we ook trouwen.'
Trouwen? Zo gauw al? Dat waren we toch nog niet van plan? Later. Niet meteen.
'Van ons krijgen jullie de meubels', zei tante Mien.
'Of willen jullie misschien eerst braaf zeven jaar verloofd zijn en net zolang sparen voor de uitzet tot er geen liefde meer over is?' voegde oom Henk eraan toe. 'Godverdomme, jonge mensen. Waar wachten jullie nog op. Begrijp goed, Mien dat loeder heeft me wel overtuigd, maar jij wordt toch geen rustende schutter zoals zovelen als ze getrouwd zijn, hè Salomon? Es-Es, Staatsspoor. Op dood spoor dan, zoals zoveel vroegere partijgenoten. Eerst wekken ze de hoogste verwachtingen. Tot ze getrouwd zijn. Dan mag het niet meer van moeder de vrouw. Pantoffelhelden die door hun wijf worden geregeerd.'
58