'Verkijkt u zich daar niet op', antwoordde hij met ongewone kalmte, 'de dadels van Hassan zijn niet groter dan ze zijn. Voor zover de steunnormen al voldoende mogen wezen om een gezin niet te laten verhongeren, dan zijn zij toch gebaseerd op toestanden die aan slavernij doen denken. Kinderen, eenmaal zelfstandig geworden, mogen niet buitenshuis gaan wonen omdat de hoogte van de steun uitgaat van hun bijdrage aan het gezin. Juist die afhankelijkheid is de grootste gesel van de werkloosheid. Arbeiders worden in hun klassegevoel geknauwd. Zij stellen zich onderdanig op tegenover de ambtenaar die hen komt bezoeken omdat zij om een jas of een broek hebben gevraagd. Zij brengen hun dagen door met niets doen behoudens de gang naar het stempellokaal. Arbeid kan een zegen voor de mensen zijn. Zelfs het meest eentonige werk is de gevangene in zijn cel nog welkom. Ik heb dat zelf ervaren. Wie als werkloze zijn menselijke waardigheid wil handhaven, moet zich gelijk Baron von Münchhausen aan eigen haren uit het moeras trekken. Ik denk aan de woorden van de dichteres, die weliswaar vreemdelinge in het Jeruzalem van de revolutie is geworden en die ik toch herken als een Deborah van eigen stam:
O moord, die steeds zich voltrekt, alle dagen, aan d'arme kinderen van 't zwoegend volk, aan allen die de vloek der armoe droegen...' Mijn vader trok even zijn wenkbrauwen op. Maurits trapte onder tafel tegen mijn scheenbeen.
'Henk, denk je erom dat wij op verjaarsvisite zijn?' onderbrak tante Mien.
'Kun jij ook al geen gedichten van Henriëtte Roland Holst meer waarderen?' gromde hij.
'Lust u een glaasje wijn?' vroeg mijn moeder voorzich
45