'De onthullende kroniek nu van Sal Santen omtrent zijn aandeel in de revolterende activiteiten van de Vierde Internationale betreft Latijns-Amerika (1952-1953) en de Algerijnse bevrijdingsoorlog (1956-1962). Het is een onopgesmukt verhaal van een zeer moeilijke taak in een betrekkelijk kleine beweging, met veel geldgebrek en soms vreemde vogels. Als lid van het secretariaat van de "wereldpartij" vertoeft hij een jaar in verscheidene landen van Zuid-Amerika. En men krijgt het relaas "van binnen uit", omtrent de poging tot organisatie van revolutionaire kernen in een gebied, waar de "objectieve voorwaarden" voor een revolutie aanwezig zijn, maar de "subjectieve" (het bewustzijn en de wil) nog niet. Dan, na de terugkeer in Nederland, komt het contact met de Algerijnse nationalisten, het betrokken zijn bij het namaken van "Franse staatspapieren", het verraad en het proces van 1961, de veroordeling tot vijftien maanden gevangenisstraf wegens hetgeen in feite natuurlijk een politiek delict was.'
!Adiós Companeros! heb ik, met uitzondering van het laatste deel, in de tegenwoordige tijd geschreven. Ik beleef mijn ervaringen in Uruguay, in Bolivia, in Chili, in Argentinië als 't ware opnieuw, waardoor zij noodgedwongen in 1954 eindigen, ofschoon er sindsdien gewelddadige veranderingen hebben plaatsgevonden. In de vier genoemde landen kwamen contrarevolutionaire staatsgrepen, die, wat Uruguay, Bolivia en Argentinië betreft, weer hebben moeten plaatsmaken voor nieuwe progressieve ontwikkelingen. In Chili heerst nog steeds de wrede dictatuur van Pinochet. Maar welke veranderingen zich ook hebben voltrokken, de plaats van de massavakbewegingen in Latijns-Amerika, als voorbode van grootse politieke ontwikkelingen, heeft zich door dit alles heen bevestigd.
23